Ondernemen met de beste ondersteuning

Nieuws

De toekomst van de tuinbouw: ondernemen, niet polderen

12 september 2011 - Waar moet het in de komende decennia heen met de Nederlandse economie in een wereld die razendsnel verandert? Met die vraag heeft de Nederlandse overheid tien zogenoemde Topteams aan het denken gezet. Afgelopen juni brachten zij advies uit, onder andere over de toekomst van de Nederlandse tuinbouw.

Martien Penning van de Hillenraad Top 100 vroeg Prof. Dr. Wim de Ridder naar zijn visie op het Topteam advies. "Dit specifieke advies kent z'n sterke punten, maar mist de essentie," zo reageert de hoogleraar Future Studies aan de TU Twente. "De gekozen oplossing kan nooit leiden tot een Nederlandse tuinbouw die mondiaal meetelt. Er zit een essentiële weeffout in, meent hij. De toekomst wordt tegemoet getreden met instrumenten van gisteren." 

Kennisintensieve en innovatieve sector
In de verschillende Topteams zitten specialisten met kennis van een bepaalde sector. De adviezen van deze teams geven een goed beeld van de wijze waarop in ons land wordt gedacht over de toekomst van de belangrijkste sectoren van onze economie. Het gaat dan om onder andere de gezondheidszorg, energie, de creatieve sector en de tuinbouw. Deze laatste is van oudsher een stevige pijler onder de Nederlandse economie, maar door mondiale ontwikkelingen staat die leidende positie onder druk. In haar eindrapport laat het Topteam Tuinbouw & Uitgangsmaterialen (T&U) lovende woorden lezen: "Tuinbouw en Uitgangsmaterialen is één van de best bewaarde geheimen van Nederland - nu voor het eerst individueel als topsector (h)erkend. Terecht, want het is een uiterst kennisintensieve en innovatieve sector met een grote maatschappelijke en economische betekenis." Voor deze sector formuleert het Topteam duidelijke doelstellingen. Zo moet de Nederlandse tuinbouw in de komende decennia uitgroeien tot 'wereldleider in internationaal leiderschap', tot 'de meest duurzame sector tuinbouw en uitgangsmaterialen in de wereld' en de Nederlandse tuinbouw moet 'een internationaal leidend merk' worden. "Een loffelijk streven," vindt hoogleraar Futures Studies Prof. Wim de Ridder, door Martien Pening gevraagd naar een reactie. "Maar de manier waarop het Topteam die doelen wil halen, is nu al achterhaald. Laat staan rond het jaar 2020 en daarna."

Wurggreep

In de ogen van Wim de Ridder beschrijft het Topteam een paternalistische aanpak voor de tuinbouw. "Er is gekozen voor een gezamenlijk optrekken van overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven, voor een zogenoemde Gouden Driehoek. Het poldermodel is dus blijkbaar nog niet aan het einde van z'n levenscyclus. Als we echter kijken naar een aantal belangrijke toekomstige ontwikkelingen, dan kan zo'n samenwerkingsverband nooit de beoogde doelen halen. Willen we werkelijk de positie van de Nederlandse tuinbouw versterken, dan moet de sector zich bevrijden uit de wurggreep van die Gouden Driehoek. Daar zijn verschillende wetenschappelijke argumenten voor, zowel technologisch als bestuurlijk. De invloed van nieuwe technologische mogelijkheden is enorm. Bedrijven die slechts vijf of tien jaar geleden aan de top stonden en die technologisch niet bovenop de bal zaten, zijn afgezakt of zelfs verdwenen. Andere ondernemingen namen hun plaats in, omdat zij slimmer weten om te gaan met de kansen die nieuwe technieken bieden. In de Nederlandse tuinbouw is er altijd een enorme drive geweest om nieuwe technologie te omarmen, voor productieverbetering en efficiency, met name bij de kleinere familiebedrijven van MKB-grootte. In kringen van futurologen gaan we ervan uit dat vanaf 2020 genetica en robotica de belangrijkste drijvende krachten in de wereldeconomie zullen zijn. In de tuinbouw zijn deze technieken nu al zichtbaar. Robots doen hun intrede om de productie efficiënter te laten verlopen, vrijwel overal in de wereld wordt gezocht naar acceptabele genetische toepassingen in de tuinbouw. Ook een ontwikkeling als 'cleantech' gaat een steeds grotere rol spelen. We zien nu al dat een tuinder die zich weinig gelegen laat liggen aan duurzaamheid, zichzelf op kostprijs en reputatie uit de markt prijst. Een open blik voor de juiste toepassing van nieuwe technologische mogelijkheden is dus een kwestie van erop of eronder."

Bestuurlijke veranderingen
De Ridder ziet dat technologie ook steeds meer invloed heeft op de mogelijkheden waarop een samenleving is te leiden. Ook dat is voor de tuinbouw en de ontwikkeling daarvan van belang. "Door de opkomst van informatietechnologie zien we een nieuw fenomeen ontstaan: de peer society. Mensen hebben door internet en de netwerken waaraan ze deelnemen meer mogelijkheden gekregen om dingen te doen die eerder alleen in handen lagen van professionals. Onderzoekers spreken wel van een fundamentele verandering in de verhouding tussen producent en consument. Mensen willen met anderen delen, ze willen zijn waar actie is, ze willen erkenning voor wat ze weten en wat ze doen. Deze mensen worden ook wel peers genoemd. Zij spelen in op de mogelijkheden om zelf creatief te worden. Dat heeft gevolgen voor kennisontwikkeling. Dat is niet langer het monopolie van kennisinstellingen. De wisdom of the crowd groeit, ze wordt een steeds sterkere kracht. Het delen van verwachtingen gaat ook steeds sneller. Natuurlijk geldt deze ontwikkeling ook voor de kennisinstellingen zelf. Er ontstaan ook netwerken van academici. We zien wereldwijde clusters van kennis ontstaan, high tech valleys. In deze clusters zullen in de komende jaren belangrijke wetenschappelijke ontwikkelingen ontstaan. Uit vergelijkend onderzoek naar high tech clusters blijkt, dat de beste resultaten voortkomen uit de clusters waar ondernemers de scepter zwaaien."

Geen 'Gouden Driehoek'

De tuinbouw verandert in hoog tempo. Als gezegd, er komt steeds meer technologie bij kijken. Bovendien zijn nieuwe technieken steeds sneller te delen, op allerlei niveaus. Plus, door toepassing van ICT verandert de rol van de veiling. Consumenten gaan anders tegen tuinbouwproducten aankijken. Telers, veiling, handelshuizen en de grootschalige retail gaan steeds meer samenwerken, er ontstaan nieuwe (mondiale) partnerships. Over deze enorme verschuivingen schreef Prof. Wim de Ridder een boek met de veelzeggende titel De wereld breekt open. Wim de Ridder: "En wat is daarop nu het antwoord van het Topteam Tuinbouw & Uitgangsmaterialen? Het komt met een pleidooi voor het instellen van een regie-orgaan, een T&U Board. Deze zou dan moeten bestaan uit voorzitters van de Greenport Holland, de voorzitters van een nieuw op te richten T&U Bestuur Kennisinstellingen en een vertegenwoordiger van het Ministerie van EL&I. Daarmee haalt het Topteam de Gouden Driehoek van stal. Sterker nog, zij ziet het beoogde regie-orgaan als de Gouden Ring. Maar als de tuinbouw haar dominante positie in de wereld wil behouden, dan is dit het laatste wat ze moet doen. Ja, het bedrijfsleven kan een beroep doen op kennisinstellingen. Maar de toeleveringsfunctie van deze kennisinstellingen kan nooit hetzelfde worden als mede-verantwoordelijkheid dragen voor de toekomst van de tuinbouwsector. En ja, de overheid kan faciliterend optreden. Maar de toekomstagenda van een overheid als geheel kan nooit één-op-één synchroon lopen met die van de individuele ondernemingen in een bepaalde sector. Een nationale overheid kan nooit enige verantwoordelijkheid dragen voor de internationale successen van een economische sector." 

Op eigen ondernemerskracht

"De richting die het Topteam suggereert is een uitstekend vehikel als alle instituties in de Nederlandse polder onontkoombaar op elkaar zijn aangewezen," meent Wim de Ridder. "Denk aan de tijden van de Wederopbouw, na de Tweede Wereldoorlog. Of aan de ernstige crisis rond 1980. Nu ligt het geheel anders. Een al te rigide samenwerking kan eerder remmend dan stimuleren werken, zo weten we uit onderzoek. De praktijk leert dat grote Europese onderzoeksfondsen, zoals de FP7 en FP8 kaderprogramma's, en ook de middelen van onder andere de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NOW) geen voorsprong geven bij het vinden van de meest innovatieve projecten. Het is tevens een ervaringsfeit dat bedrijven die in een bepaalde periode succesvol zijn, niet het eerst aangewezen zijn om nieuwe wegen te bewandelen. Harvard hoogleraar Clayton Christensen heeft dit feit in een onderzoek naar 150 doorbraakinnovaties bevestigd. Ook het bedrijfsleven is niet gebaat bij afstemming met de overheid. Als ondernemingen willen afstemmen dan moeten zij dat met elkaar doen. Het meest succesvolle voorbeeld op dit terrein is de driejaarlijkse road map die gemaakt wordt door de Semiconductor Industry Association. Wereldwijd werken bedrijven mee aan een gezamenlijke verkenning van de mogelijkheden om in de chipindustrie elke twee jaar de mogelijkheden van het product, in dit geval transistors in een geïntegreerde schakeling, te verdubbelen." 

Naar een open benadering

Wim de Ridder: "Dit voorbeeld kan de tuinbouw ter harte nemen. Stel gezamenlijk een doel. Bijvoorbeeld: de rol van regisseur van de wereldhandel versterken. Zorg dat alle deelnemers (lees: alle Nederlandse tuinbouwondernemingen) weten welke technologische mogelijkheden zich aandienen. Dit kan bereikt worden door de opzet van een gezamenlijk elektronisch platform, waaraan alle bedrijven in het cluster (nationaal en internationaal) informatie kunnen toevoegen en aan ontlenen. Door een open source-benadering kan elke onderneming putten uit en bijdragen aan collectieve denkkracht. Zie het als een Google voor de sector. Individuele bedrijven kunnen dan proberen het nog beter te doen dan op basis van de gezamenlijke verkenning mogelijk wordt geacht. Dat is goed voor de onderneming zelf en de sector als geheel. Plus, als we er nu in slagen gezamenlijk in Nederland zo'n platform op te zetten en we slagen erin dit platform onmisbaar te maken, juist dàn komen we in de richting van regisseur van de wereldhandel. In een wereld die openbreekt moet je op zo'n open manier denken. Denken dat je het nog redt met een gesloten Hollands onderonsje is een illusie." Deze slotconclusie is volgens Martien Penning de crux voor een succesvolle tuinbouw in de toekomst. Internationaal ondernemerschap als kernwaarde voor een professionele tuinbouwsector, daar moet de tuinbouw haar pijlen op richten. De ondernemer zijn zelf aan zet.

Doorsturen  |  Reageer  |  Nieuwsbrief

Reacties

Er zijn nog geen reacties.

Reageren

http://
Ik wil bericht per e-mail ontvangen als er meer reacties op dit artikel verschijnen.
Als extra controle, om er zeker van te zijn dat dit een handmatige reactie is, typ onderstaande code over in het tekstveld ernaast. Is het niet te lezen? Klik hier om de
code te wijzigen.